De Winterjasmijn is een plant die van december tot ongeveer april bloeit. Het is dus een plant die tijdens de winter bloeit. En dat zie je niet zo heel erg vaak. De Winterjasmijn is een plant die oorspronkelijk uit China komt. Winterjasmijn groeit daar tegen de wanden van grote rotsen op. Een Winterjasmijn is een plant die wel drie meter hoog kan worden. Een erg grote plant dus. Het fijne aan een Winterjasmijn is dat de plant op veel plekken kan groeien en dan alsnog mooi in bloei staat. De plant heeft het liefst een beetje zon, maar als Winterjasmijn in de schaduw staat, dan doet deze het ook nog steeds. Winterjasmijn is een plant met weinig eisen en is erg leuk om in je tuin te hebben. Zeker als je wilt dat je tuin er in de wintermaanden ook nog vrolijk uit ziet. In deze tekst zullen wij jou wat meer vertellen over deze bijzondere plant.
Winterjasmijn in je tuin planten
Als jij ervoor kiest om Winterjasmijn in je tuin te nemen, dan moet je met een aantal dingen rekening houden. Allereerst bloeit de plant natuurlijk in de winter. Als jij het niet fijn vindt dat de mooie gele bloemen van de plant alleen tijdens de wintermaanden te zien zijn en niet op warme zomerdagen als jij in je tuin zit, dan kan je beter voor een andere jasmijnsoort gaan. Maar als je het juist leuk vindt dat er wat kleur te zien is in je tuin in de winter, dan is de Winterjasmijn een zeer goede optie. Het is het slimste om de plant tegen een muur aan te zetten, omdat deze daar het beste tegenaan groeit en omdat de warmte van de muur kan voorkomen dat de plant gaat bevriezen in de winter.
Een klim ornament voor de Winterjasmijn
De Winterjasmijn zelf heeft wel hulp nodig bij het klimmen tegen de muur. Zorg er daarom voor dat je de plant in de juiste weg leidt en laat groeien, zodat de Winterjasmijn mooi blijft. Er zijn verschillende materialen die je kunt gebruiken hiervoor. Als je een pergola in je tuin hebt staan bijvoorbeeld, dan is dat een goede plek om de plant tegenaan te zetten. Ook kun je een prieel of een latwerk gebruiken om de Winterjasmijn te ondersteunen en goed te laten groeien. Als je de plant tegen een muur aan lijdt, dan kan deze ook een stuk groter worden dan wanneer de Winterjasmijn niet wordt ondersteund. Als de struiken worden ondersteund kunnen ze wel drie meter worden en anders worden ze ongeveer anderhalve meter hoog.
Hoe snoei je een Winterjasmijn?
Om te zorgen dat de plant mooi blijft is het belangrijk dat je deze een keer in de zoveel tijd gaat snoeien. Je kunt het beste de oude twijgen weghalen. Zo voorkom je dat er te veel dood of in ieder geval hout blijft zitten aan de Winterjasmijn. De oude en dode twijgen kun je herkennen aan de doffe en een beetje groene en grijze kleur van de takken. Je kunt de takken het beste snoeien nadat de plant heeft gebloeid, dus na de maand april. De plant bloeit namelijk op de twijgen en het hout van het jaar ervoor. Als je deze voor de bloeitijd weghaalt, dan zul je dat jaar geen of weinig bloemen hebben en dat is natuurlijk hartstikke zonde.
De Winterjasmijn stekken en vermenigvuldigen
De Winterjasmijn kun je vermeerderen door een twijg af te leggen. Deze twijg moet je dan schuin insnijden, op de grond leggen en vervolgens bedekken met een laagje zand. De twijg moet je vervolgens vastklemmen. Na een tijdje groeien er nieuwe wortels op de plek waar de inkerving zit. Je kunt de twijg dan afsnijden van de plant en opnieuw ergens planten. Deze twijg groeit dan uit tot een nieuwe plant. Daarnaast is het ook mogelijk om de plant door halfhoutige stekken te vermenigvuldigen. Dit moet je in de zomer of in het najaar doen. Dan is de plant nog niet in de bloei en is het het effectiefst.
Voorkomen van een uitgedroogde Winterjasmijn
In de winter kan het voorkomen dat de grond bevriest. De plant kan dan moeilijk water opnemen. Als de zon schijnt op de bevroren grond, dan verdampt het water en kan de plant alsnog geen water opnemen. Als de plant tegen een muur van je huis aan staat, dan is de kans op uitdroging ook wat groter, omdat de grond wat droger is. Geef de Winterjasmijn kleine beetjes water op dagen dat het niet vriest, zodat de plant water op kan nemen, maar dat er geen overtollig water achterblijft wat kan gaan bevriezen.
